Stimulator van de Brabantse economie

Als gouverneur maakte Van den Bogaerde zich sterk voor de verbetering van de economische omstandigheden van ‘zijn’ Noord-Brabant, bijvoorbeeld door de bereikbaarheid te vergroten. Al werd hij flink tegengewerkt door een stroperige besluitvorming (en dito uitvoering) en door de vele militaire transporten die de staat van de Brabantse wegen niet ten goede kwam. In 1832 werd het initiatief uit 1817 (!) voor een ‘Brabants karrespoor’ doorgevoerd: alle voertuigen die de onverharde wegen gebruikten, moesten dezelfde breedte hebben. Ook werd in zijn tijd de eerste provinciale klinkerweg aangelegd.

Daarnaast werden er in die tijd woeste heidegronden gecultiveerd als landbouwgrond of bossen voor de houtproductie, al bleek dit niet zo omvangrijk als destijds beweerd werd. Ook André zelf was behoorlijk actief in het verwerven van gronden, die hij weer verpachtte aan plaatselijke landbouwers. Tenslotte was hij aandeelhouder én honorair voorzitter van de Maatschappij voor de Zijdeteelt in Noord-Brabant. Het planten van moerbeibomen moest deze nieuwe tak van landbouw in Brabant introduceren. Helaas heeft deze maatschappij niet lang bestaan.