Dwalen door Brabant
In de voetsporen van ...
... tot gouverneur van Noord-Brabant
Willem Frederik Prins van Oranje-Nassau was vanaf 1815 koning Willem I van het gebied dat grofweg het huidige Nederland en België omvatte. Hij koos in 1830 André van den Bogaerde tot gouverneur van Noord-Brabant. Een gouverneur was in die tijd de feitelijke bestuurder van een provincie, vertegenwoordiger van de koning en uitvoerder van diens wil. André werd waarschijnlijk gekozen omdat hij katholiek was (net als 90% van de Brabanders) maar duidelijk aan de kant van de Oranjes stond, en omdat hij politiek niet-gebonden was en breed ontwikkeld, gematigd, conservatief en economisch onderlegd.
Het bleek een goede keuze: tijdens de Belgische opstand (1830) bleef Van den Bogaerde trouw aan de Oranjes en zorgde hij ervoor dat Noord-Brabant voor Nederland behouden bleef. Als een van de weinige zuiderlingen behield hij na de verzelfstandiging van België zijn functie. Een functie die hij zou vervullen tot zijn eervol ontslag in 1842. Daarnaast was hij van 1840 tot zijn dood in 1855 buitengewoon kamerheer van koning Willem I, II én III, en werd hij in 1842 opperschenker (‘vertrouweling’) van koning Willem II. In die rol begeleidde hij de koning na zijn dood van Tilburg naar Delft.